|
Vallestappers op het Grenslandpad
Zwartven - Postel: 1 december 2009 |
Rond half negen zitten we aan de "stamtafel" van Pieter en Henny aan de koffie met koek. Het is even een vraag welke
route we kiezen om aan de westkant van Eindhoven te geraken in verband met de grote reconstructiewerken van de Randweg
van Eindhoven. Wim heeft een goede ervaring om via Geldrop de A67 richting Antwerpen te nemen. We vertrekken en het rijdt
inderdaad perfect, ondanks het feit, dat de werken nog lang niet klaar zijn.
We vinden bij de Abdij van Postel een prima parkeerplaats en worden verwelkomd door enkele plantsoenwerkers: "Goeie morgen
mannen. Komen jullie de frisse lucht van Vlaanderen opsnuiven?". Wij: "Ook goeie morgen. Dat is inderdaad de bedoeling".
Zij: "Waar komen jullie vandaan?". Wij: "Nuenen". Zij: "Oh, dat is bekant Vlaanderen".
Afijn zo gaat dat nog even
geanimeerd over en weer. Het wordt niet duidelijk, waarom ze zich in de 19de eeuw hebben afgescheiden op een desbetreffende
vraag van Jan. Ron, wijzend naar Jan: "Hij weet alles van België door zijn relatie met een Vlaamse". De man op de
vrachtauto: "Dat kende wel zien", ofschoon niet duidelijk wordt waaraan je het kunt zien.
Wij gaan daarna met de andere auto naar het beginpunt bij het Zwartven nabij Hooge Mierde. Om 10.00 uur beginnen we te
wandelen richting Postel over het Turnhoutse (zand)Pad.
-
We passeren het Zwartven aan onze linkerzijde. In de buurt worden flinke natuurherstel werkzaamheden uitgevoerd om de
heide weer een kans te geven. We genieten net een beetje van de rust hier, die vervolgens wordt verstoord door een Apache
helikopter van Gilze Rijen. Vrijwel elke wandeldag komt wel een of andere wentelwiek in de buurt met de nodige herrie.
-
Iets verder gaan we linksaf over een pad pal langs de grens met ongenummerde grenspalen en nabij Grenspaal 204 linksaf met
een stuk asfaltweg. We lopen hier een gebied in met een benaming, die verschillende betekenissen heeft als je de klemtoon
wat anders legt. "Beleven" kan een opdracht zijn om even te bellen of misschien is hier af en toe wat te beleven. Het zal
echter gezien de streek wel de benaming van een ven zijn.
In elk geval vinden we hier een bank om even te pauzeren.
-
Wij wandelen door. Rechts van ons is een ven hersteld (het Beleven?) en iets verder merken we dat de herstelwerkzaamheden
voor ons nog een verassing in petto hebben. Behalve het Beleven is ook een waterloop hersteld en uitgediept. Het pad gaat
gewoon dwars door de loop, maar die is voor ons onneembaar breed en diep geworden door de overvloedige regen van de
afgelopen tijd. Bovendien wordt het water opgehouden door stuwen. Goede raad is duur en dus vinden we zelf een oplossing.
We lopen linksaf langs de beek over de kaal gemaakte gronden. Op enkele plekken is de beek over de verlaagde gronden
uitgestroomd, zodat er plassen zijn ontstaan.
-
We bereiken het volgende pad en daar is een mogelijkheid om over een stuw met duiker naar de andere kant van de beek te
komen. Jan probeert het prikkeldraad te vermijden en gaat langs de paal in het talud bij de stuw. Hij verdwijnt echter
direct met zijn benen tot over zijn kuiten in de modderachtige brei. De regen heeft de nieuwe wal ter plekke veranderd in
drijfzand.
Afijn Jan heeft wat poetswerk te verrichten: schoenen uit, modder verwijderen en wat schoon poetsen met zijn handen, die
hij vervolgens in de loop gaat wassen. Dat verloopt gelukkig wel goed. Uiteindelijk is de benaming "Beleven" niet onterecht
gebleken, want een dergelijke hindernis zijn we nog niet tegen gekomen.
-
De route langs en door Reusel had wat ons betreft niet gehoeven. Een Abraham op een bank leverde voor ons ook niet meer
op dan een foto. Tijdens deze "corvee-kilometers" vinden we wel een zitplek op bouwmaterialen bij een bouwvallige loods
aan het begin van 't Hof nabij Kippereind aan de zuidkant van Reusel. De boterhammen gaan erin als koek en we zitten daar
prima en ook nog in de zon, want het is prima wandelweer.
-
Wij lopen verder in de richting van de Reuselse Moeren. Langs het pad staat een herdenkingsplaatje voor Jos van Giesen.
Hij is hier tijdens het wandelen op bijna 67-jarige leeftijd overleden tijdens de etappe van Eersel naar Reusel. Zo wordt
je weer even met de neus op het feit gedrukt, dat het zomaar plotseling afgelopen kan zijn. Het maakt extra indruk, omdat
het om een leeftijdgenoot gaat.
Pieter slaakt weleens de kreet: "Het pad van een wandelaar gaat niet over rozen". Gelukkig is dat meestal van toepassing
op de spieren, die erg voelbaar geworden zijn of wanneer het pad obstakels kent, zoals net bij de uitgediepte loop. Wij
gaan ondanks het bordje onverdroten verder, want "zo is het leven" en bovendien gaan we naar een gebied, dat volgens de
kaart en de benaming Reuselse Moeren, ons natuurschoon belooft.
-
En inderdaad, dit kleine natte gebiedje vlak langs de grens stelt niet teleur. Na een stuk door een drassig weiland komen
we op asfalt. De weg gaat naar de brug over het Kanaal van Schoten naar Dessel en vlak daarvoor staat rechts van de weg
Grenspaal 202.
De Vlaamse Overheid herbouwt de brug voor 1,7 miljoen euro en dat duurt nog tot het voorjaar van 2011. Dat is allemaal nog
daar aan toe, maar diezelfde Vlaamse Overheid heeft wel met een zware afrastering onze route gebarricadeerd. Het Jaagpad
langs het kanaal is onbereikbaar. Pieter z'n kreet kan weer geslaakt worden. Gelukkig heeft Henk een gaatje ontdekt in de
afrastering en zo geraken we toch op het Jaagpad. Het is wel over verboden terrein, maar dat deert ons even niet, wij zijn er.
-
Vanaf het Jaagpad hebben we zicht op de brug, waarvan een foto is afgedrukt in het boekje op pagina 145. In dit jaargetijde
ziet het er geheel anders uit. Er is hier warempel ook nog scheepvaartverkeer. De vrachtboot Jojeria met maaszand passeert
ons. We dachten alle barrières gehad te hebben, maar dan hebben we het verkeerd.
De Vlaamse Overheid pakt het nogmaals
rigoureus aan om met een stevig hekwerk het Jaagpad voor fietsers af te sluiten. Gelukkig is er net voldoende ruimte langs
het water om er langs te geraken. Niemand valt er in het kanaal en Pieter denkt aan zijn kreet en gaat aan de andere kant
langs de afrastering, waarbij hij wel een schuine wal van een sloot moet trotseren.
We moeten een lang recht stuk langs het kanaal zien te overwinnen, maar gelukkig zonder hindernissen. Net voorbij de brug
van de autoweg naar Antwerpen staat een bankje uitnodigend op ons te wachten. De kans om de al wat stram geworden ledematen
even rust te gunnen laten we niet voorbij gaan.
-
Precies op die plek gaan we het kanaal verlaten en gaan het gebied Hoge Moer en De Houw in. Het begint al wat te schemeren,
wanneer we op een brede asfaltweg uitkomen, die hier min of meer dood loopt in de natuur. De asfaltweg ligt rondom de Abdij
van Postel en is in latere jaren afgezet om het verkeersluw te maken. Wij zijn bijna bij het eindpunt. Tussen de hoge bomen
door zien we de kerk en andere gebouwen van de abdij.
Om tien voor vier staan we bij de ingang van de Abdij, waar ook de
auto van Henk staat. Pieter: "Het is precies 24080 meter. We hebben met een gemiddelde gelopen van 4,6". Er volgen nog
andere meetgegevens, zoals gelopen tijd, de niet gelopen tijd, de barometerstand en de hoogte ter plekke. Alleen, en dat
vindt Wim vooral jammer, geeft het prachtige apparaat niet de temperatuur aan. We doen het er maar mee. Overigens is het
prima weer gebleven.
Wij gaan met de auto van Henk als gebruikelijk de auto van Ron bij het startpunt ophalen. Vervolgens terug naar Nuenen.
We besluiten, het is al bijna routine, maar wel aangenaam, de prima wandeldag met bier en bitterballen bij Schafrath in
Nuenen.
Terug naar boven
|
|