|
Vallestappers op het Sniederspad
Retie - Kasterlee: 7 mei 2014 |
Het is toch gelukt in onze agenda's een wandeldag te plannen. Derhalve zitten we om 8 uur bij Pieter aan de koffie met
de welbekende koek.
Volgens Pieter moet het meevallen met het weer. Paraplu's en poncho's zitten in de rugzak samen met koffie, water en andere proviand.
"En ... wij zijn geen watjes", zegt Ron dus rijden we naar de Antwerpse Kempen.
Het geplande eindpunt in Kasterlee hebben we snel gevonden. Vervolgens naar het beginpunt in de Prinsenlaan in Retie, wat een flink
eind buiten het dorpscentrum ligt.
De afstand is volgens het boekje flink, zo'n 21,5 kilometer, maar Jan durft het toch: "We zien wel waar het schip gaat stranden". Ron:
"Ik ken de brandweergreep van de militaire dienst, dus ...". Kwart voor tien vertrekken we met droog weer en vol goede moed.
OP PAD - - - - - - OP PAD
Vanuit de Prinsenlaan lopen we over een mooi paadje langs een brede sloot. Aan de andere kant Camping Berkenstrand met veel
stacaravans en een mooie plas. We steken de N123 over en vervolgen het pad langs dezelfde sloot. Overigens is de sloot volgens
de kaart het Afwateringskanaal De Gracht. Het ligt inderdaad een stuk boven de landerijen links en rechts. Het lijkt vooral te
worden gebruikt om water naar deze landerijen te voeren. Af en toe valt er een druppel regen, maar dat mag volgens Pieter geen
naam hebben.
We "dwarsen" het kanaaltje. Aan de overzijde staat een aardig Mariakapelletje. Vervolgens langs hetzelfde water. Na weer een brug
staan we ineens bij een grote visvijver De Watering, die wordt uitgebaat door de Gemeente Retie. Op een bordje staat een kreet in
plat Vlaams dialect. We komen er niet uit wat het betekent.
We bochten linksom langs deze plas en zien een prima gelegen picknicktafel, vlakbij het water.
-
Wim heeft onderweg gezien, dat de rugzak van Pieter er wat vies uitziet en denkt "Hij zal hem wel ergens in de modder hebben gezet".
De waarheid komt snel aan het licht. Pieter wil koffie gebruiken en zegt: "Verdorie, mijn thermoskan is leeg. Nondedju, alles is eruit
gelopen, alles is nat in de rugzak!".
Inderdaad, z'n trui heeft een grote koffieplek opgelopen. Jan: "Die kun je toch niet meer aan. Ik zal hem wel in het water wat omspoelen en
uitwringen" In het schone water van de visvijver wordt gespoeld, maar de koffieplek gaat er natuurlijk niet meteen uit. Pieter helpt mee om
de trui flink uit te wringen en hij wordt in een plastic tas van Ron opgeborgen voor een betere wasbeurt thuis. Overigens krijgt Pieter wat
koffie van Ron en Wim. Jan kan niet delen, want die heeft altijd alleen maar water of sap bij zich
Terwijl we genieten op dit mooie plekje springt midden in de visvijver een joekel van een karper een eind boven het water uit. De karper is
kennelijk blij, dat wij geen vissers zijn.
-
We lopen verder door het gebied Hanenberg. Langs de weg staat weer een bordje met een Vlaamse spreuk. Nu doen we meer moeite om het te
"ontletteren":
"Meej lichtmis zèn de dôgen nen hônenkréj geléngd"
Als je weet, dat Maria-Lichtmis op 2 februari valt wordt de spreuk begrijpelijk.
Een groepje koeien onder enkele bomen heeft veel belangstelling voor ons. Een waar "Paulus Potter tafereel".
Vier mannen met een rugzak zien ze niet elke dag! Dus we worden door de gehele kudde gevolgd aan de andere kant van het prikkeldraad.
-
Het paadje langs weiden en bouwland valt eigenlijk best mee. Je hebt hier letterlijk een weids uitzicht. We passeren met
de Rooyendonksebrug de Kleine Nete, die hier niet veel meer is dan een sloot.
In de lucht zijn hier en daar donkere wolken te zien. Houden we het droog? Intussen hebben we van de zon kunnen genieten. Het is
prima wandelweer. In de verte is de kerk van Retie te zien. Via aardige steegjes en smalle paden komen we in Retie aan. We dwarsen
de N118. Zo waar staan hier enkele banken en een picknicktafel aan een mooie stukje groen nabij het Gemeenschap Centrum Den Dries.
Er is nog steeds zon, maar ook een dikke zwarte lucht. De Buienrader op de telefoon van Wim kondigt aan, dat het tegen tien voor
één gaat regenen. We kunnen dus nog net droog lunchen.
-
We lopen het Centrum in met het oude Gemeentehuis en de kerk. Via enkele voetgangersverkeerslichten "dwarsen" we veilig de N18
en N123. Al snel begint het te druppelen en harder te regenen. De bui is gearriveerd. Paraplu's gaan open en onder een carport
kunnen Ron en Jan de poncho's om doen. Het plenst er nu flink uit en we blijven onder de carport. Buien hebben het voordeel,
dat ze voorbij trekken en dus kunnen we met wat lichte regen ons pad vervolgen.
Het is al bijna droog bij de kapel, een memorabel plekje voor Pieter. De Sint Pieterskapel staat uiteraard langs de St. Pieterstraat.
-
We gaan daarna het gebied Geenend in. Veel verspreide bebouwing, maar niet onaangenaam om te wandelen.
In een weide achter hoge beuken kiest een konijn snel het "hazenpad" en verdwijnt in de bosjes.
Langs de weg een klein kapelletje gewijd aan St. Antonius. Eigenlijk iets voor Henk, als Gildebroeder van het Antoniusschut op
Eeneind in Nuenen. We steken kaarsjes (waxinelichtjes) aan voor ... wat ons lief en dierbaar is.
In de Beverdonkse Heide gaan we rusten en genieten van de plek, waar vroeger ooit een molen heeft gestaan.
-
Een klein stukje verder staat nog een molen, die nog grotendeels in tact is. Vlak ernaast een fraaie uitspanning uiteraard met
de toepasselijke naam 't Meulezicht. Hier is tevens de startplaats om met een kano of kajak de Kleine Nete af te zakken. Het slootje
nabij Retie is hier al uitgegroeid tot een flinke stroom. De molen staat aan de Witte Nete en er valt continue een enorme watermassa
door de openingen van de molenstuw. Een prachtig punt! Overigens stromen hier verschillende "Netes", die samen de bredere Kleine Nete
voeden.
Een kilometer of zo verderop dwarsen we een kaarsrechte weg van 5,5 kilometer. Deze weg maakt deel uit van de Geodetische Basis van
de Kempen. Op deze wijze was het in 1939 mogelijk een zijde van de basisdriehoek nauwkeurig op te meten. In ons boekje wordt
geconstateerd, dat deze geodetische basis enkel nog een curiosum is voor de geïnteresseerde wandelaar.
-
Net voorbij die rechte weg ligt het Prinsenpark. Vanaf 1972 een Provinciedomein van 165 hectare. Er staan veel picknicktafels en
een grote schuilloods. De zon schijnt dus pauzeren we in de zon. Naast ons zijn veel schoolkinderen bezig om opdrachten uit te voeren
over de natuur en dergelijke. De begeleiding zit er bij en geniet met name van het weer.
Ineens wordt het achter de hoge bomen flink donker. Voordat de druppels vallen zoekt iedereen de schuilloods op. De kinderen gaan
door met hun opdrachten en wij kunnen af en toe een hint geven met een keurige reactie "Dank u wel, meneer"!
De schuilloods beschermt ons tegen de regen, maar de bui is vrij rap voorbij. Verder dus na een "Houdoe".
-
We passeren twee parkwachters in een electro car met een vriendelijk groet over en weer. Even later komt één van hen ons achterop
gereden en stopt: "Misschien interessant. Honderd meter verder zijn enkele grote karpers gevangen."
En inderdaad bij een flinke plas heeft een collega al een stuk of vijf knoepers van karpers gevangen, die in een grote ton met water
liggen. "Er zitten er veel te veel in dus we vangen ze en laten ze in het kanaal weer los".
We wisselen wat informatie uit en krijgen als reactie op onze wandelprestaties "Amai" en dat klinkt inmiddels bekend in de oren. We
krijgen nog een tip om verderop een natuurfenomeen van rupsen te zien. Zo maak je onderweg weer het een en ander mee.
Langs dezelfde vijver een vogelkijkpunt met heel wat bankjes. Jan: "Pieter denk er aan, dat je voortaan de waarheid zegt". Pieter:
"Hoe zo?". Jan: "Anders moet je op deze bank gaan zitten": een Leugenbank!
-
Wij slaan op de aangegeven plek toch maar even linksaf om naar het rupsfenomeen te kijken van het spinselmotje. Inderdaad, enkele
struiken en bomen zijn van top tot teen met een wit spinsel bedekt. Ze zijn ongevaarlijk en hier en daar zie je kleine rupsen
kruipen. Het fenomeen is niet geheel onbekend bij ons en het levert in elk geval enkele bijzondere foto's en extra meters op voor
het goede doel!!
Wij keren terug naar de lange rechte geodetische weg. Deze weg nemen we. Het is een tamelijk rulle zandweg. Kennelijk is het gebied
ook ideaal voor buggies, want achter een jeep passeert ons een tiental van deze apparaten.
Vele akkers zijn met mais ingezaaid, maar gelukkig staan de plantjes maar net boven de grond. We kunnen dus nog tot de horizon kijken
met in de verte de Netevallei.
-
In een paardenweide bij een rommelig Kempisch boerderijtje zijn enkele paarden nieuwsgierig naar ons en als we verder lopen rennen ze
een stevig rondje. Bij de Netevallei staat uitnodigend een bank, waar we gebruik van maken. Kieviten buitelen door de lucht en verjagen
een meeuw. In de verte horen we de buggies door een weide toeren.
Ons pad gaat tot de brug over de Kleine Nete. De route gaat vervolgens langs het riviertje, die hier toch een stuk breder is dan de
ons bekende Dommel.
Een jong konijntje zit op het pad en blijft daar lang zitten. Myxomatose? Op een gegeven moment rent ie toch het struikgewas in. Een
mooie voetgangersbrug over de Kleine Nete laten we rechts liggen. Wij blijven aan dezelfde zijde tot de Putten, een stuw in de rivier.
Een mooi aangelegde vistrap geeft aan vissen de gelegenheid de stuw te passeren. Wij zien er echter geen vissen gebruik van maken.
-
Voorbij de stuw staat een restaurant met de logische naam Watermolen. Pal daar tegenaan gebouwd is de molen, die draait. We zijn bijna
aan het eindpunt van deze etappe. Na 23.750 meter arriveren we om tien voor vijf bij de auto van Jan. Alles bij elkaar zo'n twee
kilometer meer dan gepland volgens het routeboekje. We geven de schuld maar aan het spinselmotje.
Wij rijden terug naar de auto van Wim in Retie en vervolgens via de autobaan richting Eindhoven. Helaas belanden we vlak voor de grens
in een file van een kilometer of vijf.
Uiteindelijk zijn we mede daardoor pas na zes uur in Café Schafrath, waar Jan trakteert, omdat hij pas jarig is geweest.
Jan bedankt!
Terug naar boven
|
|